Vertaling van tarten

Inhoud:

Nederlands
Spaans
tarten, trotseren, uitdagen, uittarten {ww.}
desafiar

wij tarten
jullie tarten
zij tarten

nosotros desafiamos
vosotros desafiáis
ellos/ellas desafían
» meer vervoegingen van desafiar

tarten, trotseren, uitdagend optreden tegen {ww.}
arrostrar

wij tarten
jullie tarten
zij tarten

nosotros arrostramos
vosotros arrostráis
ellos/ellas arrostran
» meer vervoegingen van arrostrar

provoceren, tarten, tergen, uitdagen, uitlokken, uittarten {ww.}
desafiar
retar
provocar

wij tarten
jullie tarten
zij tarten

nosotros desafiamos
vosotros desafiáis
ellos/ellas desafían
» meer vervoegingen van desafiar



Gerelateerd aan tarten

trotseren - uitdagen - uittarten - uitdagend optreden tegen - provoceren - tergen - uitlokken