Vertaling van tassen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
opeenhopen, ophopen, stapelen, opstapelen, opeenstapelen, tassen {ww.}
reunir
acumular
acumular
wij tassen
jullie tassen
zij tassen
nosotros reunimos
vosotros reunís
ellos/ellas reúnen
» meer vervoegingen van reunir
boel , drom , hoop, massa, menigte, schare, stapel, tas (mv. tassen), troep {zn.}
montón
pila
cúmulo
acervo
pila
cúmulo
acervo
Je hebt een hoop juwelen gekocht.
Compraste un montón de joyas.
tas (mv. tassen), zak {zn.}
bolsa
bolso
saco
bolso
saco
Ik zoek een tas voor mijn vrouw.
Estoy buscando un bolso para mi esposa.
Wat heb je met mijn tas gedaan?
¿Qué has hecho con mi bolso?
tas (mv. tassen), handtas {zn.}
bolsa
Verlies je handtas niet.
No pierdas tu bolsa.
Welke tas is van jou?
¿Qué bolsa es la tuya?