Vertaling van tegemoet treden
Inhoud:
Nederlands
Spaans
aantreffen, ontmoeten, tegemoet treden, tegenkomen, treffen {ww.}
encontrar
chocar contra
dar con
topar
encontrarse con
chocar contra
dar con
topar
encontrarse con
Ah, wanneer ontmoeten ze elkaar weer?
Ah, ¿cuándo se volverán a encontrar?