Vertaling van tegenspreken
Inhoud:
Nederlands
Spaans
tegenspreken {ww.}
desmentir
ik zal tegenspreken
jij zult tegenspreken
hij/zij/het zal tegenspreken
yo desmentiré
tú desmentirás
él/ella desmentirá
» meer vervoegingen van desmentir
ontkennen, tegenspreken {ww.}
desmentir
ik zal tegenspreken
jij zult tegenspreken
hij/zij/het zal tegenspreken
yo desmentiré
tú desmentirás
él/ella desmentirá
» meer vervoegingen van desmentir
in tegenspraak zijn met, tegenspreken, tegenwerpen {ww.}
contradecir
ik zal tegenspreken
jij zult tegenspreken
hij/zij/het zal tegenspreken
yo contradiré
tú contradirás
él/ella contradirá
» meer vervoegingen van contradecir
aanvechten, bestrijden, betwisten, tegenspreken {ww.}
objetar
contradecir
discutir
contradecir
discutir
ik zal tegenspreken
jij zult tegenspreken
hij/zij/het zal tegenspreken
yo objetaré
tú objetarás
él/ella objetará
» meer vervoegingen van objetar