Vertaling van tentoonspreiden

Inhoud:

Nederlands
Spaans
blootleggen, etaleren, tentoonspreiden, uitkramen, uitstallen {ww.}
exponer

ik zal tentoonspreiden
jij zult tentoonspreiden
hij/zij/het zal tentoonspreiden

yo expondré
expondrás
él/ella expondrá
» meer vervoegingen van exponer

laten zien, tentoonspreiden, tonen, vertonen, wijzen, uitwijzen {ww.}
indicar
mostrar
señalar
enseñar

ik zal tentoonspreiden
jij zult tentoonspreiden
hij/zij/het zal tentoonspreiden

yo indicaré
indicarás
él/ella indicará
» meer vervoegingen van indicar

Kijk goed. Ik zal je laten zien hoe je dit doet.
Fíjate bien. Te voy a mostrar cómo se hace.
Kun je me de weg naar de bushalte tonen?
¿Me puede indicar el camino a la parada de buses?


Gerelateerd aan tentoonspreiden

blootleggen - etaleren - uitkramen - uitstallen - laten zien - tonen - vertonen - wijzen - uitwijzen