Vertaling van terugslaan
Inhoud:
Nederlands
Spaans
afslaan, pareren, terugslaan, terugstoten {ww.}
repulsar
ik zal terugslaan
jij zult terugslaan
hij/zij/het zal terugslaan
yo repulsaré
tú repulsarás
él/ella repulsará
» meer vervoegingen van repulsar