Vertaling van tichel

Inhoud:

Nederlands
Spaans
baksteen [o], bouwsteen [m], klinker [m], steen [o], tichel [m], stuk [o] {zn.}
ladrillo [m] (el ~)
plavuis, tegel, tegelsteen, tichel [m] {zn.}
baldosa [v] (la ~)


Gerelateerd aan tichel

baksteen - bouwsteen - klinker - steen - stuk - plavuis - tegel - tegelsteen