Vertaling van tocht

Inhoud:

Nederlands
Spaans
excursie [v], uitstapje [o], tocht, toer, trip {zn.}
excursión [v] (la ~)
rit, tocht {zn.}
trayecto [m] (el ~)
reis, tocht, toer, trip {zn.}
viaje [m] (el ~)
Goede reis!
¡Buen viaje!
We plannen een trip naar New York.
Estamos planeando un viaje a Nueva York.


Gerelateerd aan tocht

excursie - uitstapje - toer - trip - rit - reis