Vertaling van toen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
toen, dan {bw.}
précédent
entonces


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Ik keek toen tv.

En ese momento estaba viendo la tele.

Toen was ik student.

Yo era un estudiante entonces.

Toen waren we jonger.

Nosotros éramos más jóvenes entonces.

Was je toen op school?

¿Estabas en la escuela en ese momento?

Ik rookte toen ik jong was.

Yo fumaba cuando era joven.

Toen ik wakker werd, was ik verdrietig.

Cuando me desperté estaba triste.

Hij verliet de kamer toen ik binnenkwam.

Él salió de la habitación cuando yo entré.

Hij kwam pas toen ik belde.

Él no vino hasta que yo llamé.

Hij was uitgeput toen hij thuis kwam.

Él estaba agotado cuando llegó a casa.

Toen waren er nog geen radio's.

No había radios aún entonces.

Ze was mooi toen ze jong was.

Ella era hermosa cuando joven.

Ze kon lezen toen ze vier was.

Ella sabía leer a los 4 años de edad.

Het honkballeven was toen ten einde.

Su vida en el béisbol terminó en ese momento.

Het was donker toen we het hotel bereikten.

Estaba oscuro para cuando llegamos al hotel.

De dief liep weg toen hij een politieman zag.

El ladrón huyó cuando vio un policía.


Gerelateerd aan toen

dan