Vertaling van toucheren
Inhoud:
Nederlands
Spaans
aankomen, raken, aanraken, beroeren, toucheren {ww.}
estar en contacto
tocar
tocar
wij toucheren
jullie toucheren
zij toucheren
nosotros tocamos
vosotros tocáis
ellos/ellas tocan
» meer vervoegingen van tocar
genieten, krijgen, ontvangen, toucheren {ww.}
recibir
obtener
obtener
wij toucheren
jullie toucheren
zij toucheren
nosotros recibimos
vosotros recibís
ellos/ellas reciben
» meer vervoegingen van recibir
Ik heb zojuist uw brief ontvangen.
Acabo de recibir tu carta.
Je hoeft alleen maar op het knopje te drukken om een kaartje te krijgen.
Solo tienes que apretar el botón para obtener un pasaje.