Vertaling van touw

Inhoud:

Nederlands
Spaans
koord [o], lijn [v], snoer [o], touw [o], koorde {zn.}
cuerda [v] (la ~)
Hij liet het touw los.
Él soltó la cuerda.
Laat het touw los.
Suelta la cuerda.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Laat het touw los.

Suelta la cuerda.

Ik liet het touw los.

Solté la cuerda.

Laat het touw niet los.

No sueltes la cuerda.

Hij liet het touw los.

Él soltó la cuerda.

Hij sneed het touw met zijn tanden.

Él cortó la cuerda con sus dientes.

De twee kinderen trokken aan het touw tot het brak.

Los dos niños tiraron de la cuerda hasta que se rompió.

Ik zei haar het touw niet los te laten, maar dat deed ze wel.

Le dije que no soltara la cuerda, pero la soltó.


Gerelateerd aan touw

koord - lijn - snoer - koorde