Vertaling van transporteren
Inhoud:
Nederlands
Spaans
overbrengen, transporteren, voeren, vervoeren {ww.}
transferir
traferir
transportar
traferir
transportar
wij transporteren
jullie transporteren
zij transporteren
nosotros transferimos
vosotros transferís
ellos/ellas transfieren
» meer vervoegingen van transferir