Vertaling van trappen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
schoppen, trappen {ww.}
acocear

wij trappen
jullie trappen
zij trappen

nosotros acoceamos
vosotros acoceáis
ellos/ellas acocean
» meer vervoegingen van acocear

schop, trap (mv. trappen) {zn.}
puntapié [m] (el ~)
patada [v] (la ~)
graad, mate, trap (mv. trappen) {zn.}
cargo [m] (el ~)
jerarquía [v] (la ~)
grado [m] (el ~)
trap (mv. trappen) {zn.}
avutarda
schot [o], smash, trap (mv. trappen) {zn.}
chott
opgang [m], trap (mv. trappen) [m] {zn.}
escalera [v] (la ~)
Zij ging vlug de trap op.
Ella subió rápido por la escalera.
Vertrouwen is het nemen van de eerste stap, zelfs als je niet de hele trap kunt zien.
La fe es dar el primer paso, aún cuándo no ves la escalera entera.


Gerelateerd aan trappen

schoppen - schop - trap - graad - mate - schot - smash - opgang