Vertaling van troetelen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
koesteren, troetelen, vertroetelen, verwennen {ww.}
consentir
abrumar con favores
mimar

wij troetelen
jullie troetelen
zij troetelen

nosotros consentimos
vosotros consentís
ellos/ellas consienten
» meer vervoegingen van consentir



Gerelateerd aan troetelen

koesteren - vertroetelen - verwennen