Vertaling van truc

Inhoud:

Nederlands
Spaans
truc {zn.}
truco [m] (el ~)
artificio [m] (el ~)
foefje [o], kneep, kunstgreep, streek, stunt, toer, truc {zn.}
truco [m] (el ~)
artificio [m] (el ~)


Gerelateerd aan truc

foefje - kneep - kunstgreep - streek - stunt - toer