Vertaling van tuit
Inhoud:
Nederlands
Spaans
tuit, mondstuk, sproeier {zn.}
plancha de aforo
boquilla
vaporizador
boquilla
vaporizador
bek , neb , snavel , tuit , vogelbek , nebbe {zn.}
pico
brommen, gonzen, razen, snorren, suizelen, suizen, tuiten, zoemen {ww.}
ronronear
canturrear
zumbar
canturrear
zumbar
ik tuit
jij tuit
hij/zij/het tuit
yo ronroneo
tú ronroneas
él/ella ronronea
» meer vervoegingen van ronronear