Vertaling van u

Inhoud:

Nederlands
Spaans
u, je, jij, ge, gij, jullie, gijlieden, gijlui, gelui, jelui, jou {pers. vnw.}
usted
ustedes

vosotras
vosotros


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Bedien u.

Sírvanse ustedes mismos.

Goed, dank u. En met u?

Bien, gracias, ¿y vosotros?

Heeft u goedkopere kamers?

¿Tiene alguna habitación más barata?

Gaat u zitten.

Siéntese, por favor.

Waar koopt u groenten?

¿Dónde compras verduras?

Hoort u mij?

¿Me oyes?

Excuseer, spreekt u Engels?

Perdone, ¿habla usted inglés?

Ik dank u.

Te lo agradezco.

Heeft u nog vragen?

¿Tiene más preguntas?

Spreekt u alstublieft langzamer.

¿Podría hablar más despacio, por favor?

Interesseren bloemen u?

¿Te interesan las flores?

Waarom vraagt u dat?

¿Por qué preguntas?

Komt u binnen!

Pase.

Kunt u dat bewijzen?

¿Puedes demostrarlo?

Nee, dank u.

No, gracias.


Gerelateerd aan u

je - jij - ge - gij - jullie - gijlieden - gijlui - gelui - jelui - jou