Vertaling van uit het ei komen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
uit het ei komen, uitkomen {ww.}
salir del huevo
doorkomen, doormaken, doortrekken {ww.}
ir a través de
atravesar

wij komen door
jullie komen door
zij komen door

nosotros atravesamos
vosotros atravesáis
ellos/ellas atraviesan
» meer vervoegingen van atravesar

aankomen, raken, aanraken, beroeren, toucheren {ww.}
estar en contacto
tocar

wij komen aan
jullie komen aan
zij komen aan

nosotros tocamos
vosotros tocáis
ellos/ellas tocan
» meer vervoegingen van tocar

aankomen, arriveren {ww.}
llegar

wij komen aan
jullie komen aan
zij komen aan

nosotros llegamos
vosotros llegáis
ellos/ellas llegan
» meer vervoegingen van llegar

Ik wil weten wanneer mijn bagage zal aankomen.
Quiero saber cuándo va a llegar mi equipaje.
binnenkomen, inkomen {ww.}
entrar

wij komen binnen
jullie komen binnen
zij komen binnen

nosotros entramos
vosotros entráis
ellos/ellas entran
» meer vervoegingen van entrar

Mag ik binnenkomen?
¿Puedo entrar?
Je mag nu binnenkomen.
Puedes entrar ahora.
bijeenkomen, samenkomen, vergaderen {ww.}
reunirse
doorkomen, klaarspelen, slagen, slagen voor {ww.}
acertar
lograr
tener éxito

wij komen door
jullie komen door
zij komen door

nosotros acertamos
vosotros acertáis
ellos/ellas aciertan
» meer vervoegingen van acertar