Vertaling van uitbouwen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
uitbouwen, uitbreiden, vergroten {ww.}
abultar
ik zal uitbouwen
jij zult uitbouwen
hij/zij/het zal uitbouwen
yo abultaré
tú abultarás
él/ella abultará
» meer vervoegingen van abultar