Vertaling van uithuwelijken
Inhoud:
Nederlands
Spaans
in de echt verbinden, trouwen, uithuwelijken {ww.}
casar
ik zal uithuwelijken
jij zult uithuwelijken
hij/zij/het zal uithuwelijken
yo casaré
tú casarás
él/ella casará
» meer vervoegingen van casar
Mary wil met een miljonair trouwen.
Mary se quiere casar con un millonario.
Mary wil met een Formule 1-rijder trouwen.
Mary se quiere casar con un conductor de Formula 1.