Vertaling van uitkramen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
blootleggen, etaleren, tentoonspreiden, uitkramen, uitstallen {ww.}
exponer
ik zal uitkramen
jij zult uitkramen
hij/zij/het zal uitkramen
yo expondré
tú expondrás
él/ella expondrá
» meer vervoegingen van exponer