Vertaling van uitleggen
aclarar
desarrollar
ik zal uitleggen
jij zult uitleggen
hij/zij/het zal uitleggen
yo explicaré
tú explicarás
él/ella explicará
» meer vervoegingen van explicar
ik zal uitleggen
jij zult uitleggen
hij/zij/het zal uitleggen
yo interpretaré
tú interpretarás
él/ella interpretará
» meer vervoegingen van interpretar
aclarar
ik zal uitleggen
jij zult uitleggen
hij/zij/het zal uitleggen
yo explicaré
tú explicarás
él/ella explicará
» meer vervoegingen van explicar
ik zal uitleggen
jij zult uitleggen
hij/zij/het zal uitleggen
yo alargaré
tú alargarás
él/ella alargará
» meer vervoegingen van alargar
Voorbeelden in zinsverband
Tom moet dingen uitleggen.
Tom tiene cosas que explicar.
Ik zal het aan hem uitleggen.
Se lo explicaré a él.
Ik kan het ook niet uitleggen.
Yo tampoco puedo explicarlo.
Ik kan het verschil tussen die twee niet uitleggen.
No puedo explicar la diferencia entre esos dos.
De verpleegster zal je uitleggen hoe dat moet.
La enfermera te dirá cómo hacerlo.
Ik weet niet hoe ik het moet uitleggen.
No sé cómo explicarlo.
De leraar zal ons de betekenis van het woord uitleggen.
El profesor nos explicó el significado de la palabra.
Tom vond dat hij moest uitleggen waarom hij te laat was.
Tom sintió que necesitaba explicar por qué venía atrasado.