Vertaling van uitlokken
Inhoud:
Nederlands
Spaans
naar buiten roepen, ten gevolge hebben, uitlokken {ww.}
evocar
ik zal uitlokken
jij zult uitlokken
hij/zij/het zal uitlokken
yo evocaré
tú evocarás
él/ella evocará
» meer vervoegingen van evocar
provoceren, tarten, tergen, uitdagen, uitlokken, uittarten {ww.}
desafiar
retar
provocar
retar
provocar
ik zal uitlokken
jij zult uitlokken
hij/zij/het zal uitlokken
yo desafiaré
tú desafiarás
él/ella desafiará
» meer vervoegingen van desafiar