Vertaling van uitluchten

Inhoud:

Nederlands
Spaans
luchten, spuien, uitluchten, ventileren, wannen {ww.}
aventar
ventilar

ik zal uitluchten
jij zult uitluchten
hij/zij/het zal uitluchten

yo aventaré
aventarás
él/ella aventará
» meer vervoegingen van aventar



Gerelateerd aan uitluchten

luchten - spuien - ventileren - wannen