Vertaling van uitpikken

Inhoud:

Nederlands
Spaans
kiezen, uitkiezen, uitlezen, uitpikken, verkiezen, uitzoeken {ww.}
elegir
escoger

ik zal uitpikken
jij zult uitpikken
hij/zij/het zal uitpikken

yo elegiré
elegirás
él/ella elegirá
» meer vervoegingen van elegir

Je kon niet kiezen.
No podías escoger.
Je kon niet kiezen.
No podías escoger.


Gerelateerd aan uitpikken

kiezen - uitkiezen - uitlezen - verkiezen - uitzoeken