Vertaling van uitplunderen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
beroven, uitplunderen {ww.}
privar
despojar
despojar
ik zal uitplunderen
jij zult uitplunderen
hij/zij/het zal uitplunderen
yo privaré
tú privarás
él/ella privará
» meer vervoegingen van privar