Vertaling van uitreiken
Inhoud:
Nederlands
Spaans
uitreiken, verschaffen, verstrekken {ww.}
procurar
ik zal uitreiken
jij zult uitreiken
hij/zij/het zal uitreiken
yo procuraré
tú procurarás
él/ella procurará
» meer vervoegingen van procurar
ronddelen, rondgeven, uitdelen, uitreiken, verdelen {ww.}
repartir
ik zal uitreiken
jij zult uitreiken
hij/zij/het zal uitreiken
yo repartiré
tú repartirás
él/ella repartirá
» meer vervoegingen van repartir