Vertaling van uitrusten
Inhoud:
Nederlands
Spaans
uitrusten {ww.}
descansar
ik zal uitrusten
jij zult uitrusten
hij/zij/het zal uitrusten
yo descansaré
tú descansarás
él/ella descansará
» meer vervoegingen van descansar
toerusten, uitrusten {ww.}
equipar
ik zal uitrusten
jij zult uitrusten
hij/zij/het zal uitrusten
yo equiparé
tú equiparás
él/ella equipará
» meer vervoegingen van equipar