Vertaling van uitstellen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
aanhouden, uitstellen, verdagen, verschuiven {ww.}
aplazar
diferir

ik zal uitstellen
jij zult uitstellen
hij/zij/het zal uitstellen

yo aplazaré
aplazarás
él/ella aplazará
» meer vervoegingen van aplazar



Gerelateerd aan uitstellen

aanhouden - verdagen - verschuiven