Vertaling van uitvaardigen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
afkondigen, proclameren, uitvaardigen, verkondigen {ww.}
proclamar
ik zal uitvaardigen
jij zult uitvaardigen
hij/zij/het zal uitvaardigen
yo proclamaré
tú proclamarás
él/ella proclamará
» meer vervoegingen van proclamar