Vertaling van uitwerken
Inhoud:
Nederlands
Spaans
effect sorteren, uitwerking hebben, werken, uitwerken {ww.}
producir efecto
ser eficaz
ser eficaz
afwerken, uitwerken {ww.}
rematar
acabar
acabar
ik zal uitwerken
jij zult uitwerken
hij/zij/het zal uitwerken
yo remataré
tú rematarás
él/ella rematará
» meer vervoegingen van rematar