Vertaling van urineren
Inhoud:
Nederlands
Spaans
een plas doen, piesen, pissen, urineren, plassen {ww.}
orinar
mear
mear
wij urineren
jullie urineren
zij urineren
nosotros orinamos
vosotros orináis
ellos/ellas orinan
» meer vervoegingen van orinar