Vertaling van vaardig

Inhoud:

Nederlands
Spaans
bedreven, behendig, bekwaam, handig, vaardig {bn.}
diestro
hábil
afvaardigen, delegeren {ww.}
delegar

ik vaardig af

yo delego
» meer vervoegingen van delegar

afvaardigen, deputeren, tot afgevaardigde kiezen {ww.}
diputar

ik vaardig af

yo diputo
» meer vervoegingen van diputar

afkondigen, proclameren, uitvaardigen, verkondigen {ww.}
proclamar

ik vaardig uit

yo proclamo
» meer vervoegingen van proclamar