Vertaling van vaccineren
Inhoud:
Nederlands
Spaans
inenten, vaccineren {ww.}
vacunar
wij vaccineren
jullie vaccineren
zij vaccineren
nosotros vacunamos
vosotros vacunáis
ellos/ellas vacunan
» meer vervoegingen van vacunar
wij vaccineren
jullie vaccineren
zij vaccineren
nosotros vacunamos
vosotros vacunáis
ellos/ellas vacunan
» meer vervoegingen van vacunar