Vertaling van vak
Inhoud:
Nederlands
Spaans
afdeling , branche , tak , vak {zn.}
rama
departamento
sección
casilla
departamento
sección
casilla
Hij sneed een tak van de boom met zijn mes.
Él le cortó una rama al árbol con su cuchillo.
ambacht , beroep , handwerk, vak {zn.}
oficio
carré , ruitje , kwadraat, vak, vierkant {zn.}
cuadrado