Vertaling van vangen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
beetkrijgen, beetnemen, pakken, vangen, vastpakken, vatten {ww.}
atrapar
capturar
capturar
wij vangen
jullie vangen
zij vangen
nosotros atrapamos
vosotros atrapáis
ellos/ellas atrapan
» meer vervoegingen van atrapar
We zetten vallen om kakkerlakken te vangen.
Pusimos trampas para atrapar cucarachas.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Katten vangen muizen.
Los gatos atrapan ratones.
We zetten vallen om kakkerlakken te vangen.
Pusimos trampas para atrapar cucarachas.