Vertaling van vastlopen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
vastlopen {ww.}
agarrotarse
dañarse
dañarse
aan de grond lopen, stranden, vastlopen {ww.}
varar
ik zal vastlopen
jij zult vastlopen
hij/zij/het zal vastlopen
yo vararé
tú vararás
él/ella varará
» meer vervoegingen van varar