Vertaling van vechten
Inhoud:
Nederlands
Spaans
kampen, strijden, strijd voeren, vechten {ww.}
combatir
batallar
batallar
wij vechten
jullie vechten
zij vechten
nosotros combatimos
vosotros combatís
ellos/ellas combaten
» meer vervoegingen van combatir
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Ze vechten voor vrijheid.
Están luchando para la libertad.
Ik kan je leren vechten.
Yo te puedo enseñar a pelear.
Ik zal tot de dood vechten.
Pelearé hasta la muerte.
Ik wil niet met Theodore Roosevelt vechten.
No quiero pelearme con Theodore Roosevelt.