Vertaling van verafschuwen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
verafschuwen, verfoeien, een afschuw hebben van, een weerzin hebben tegen {ww.}
aborrecer
abominar
detestar
abominar
detestar
wij verafschuwen
jullie verafschuwen
zij verafschuwen
nosotros aborrecemos
vosotros aborrecéis
ellos/ellas aborrecen
» meer vervoegingen van aborrecer