Vertaling van veranderen
mudar
wij veranderen
jullie veranderen
zij veranderen
nosotros cambiamos
vosotros cambiáis
ellos/ellas cambian
» meer vervoegingen van cambiar
wij veranderen
jullie veranderen
zij veranderen
nosotros transformamos
vosotros transformáis
ellos/ellas transforman
» meer vervoegingen van transformar
Voorbeelden in zinsverband
We moeten ons plan veranderen.
Tenemos que cambiar nuestro plan.
Moeten we de vlag veranderen?
¿Deberíamos cambiar la bandera?
Ik wil mijn leven veranderen.
Quiero cambiar de vida.
Moeten we de Australische vlag veranderen?
¿Deberíamos cambiar la bandera de Australia?
Het is moeilijk om mensen te veranderen.
Es difícil que la gente cambie.
Ik wil graag mijn kamer veranderen.
Quisiera cambiar de pieza.
Laten we hopen dat tijden veranderen.
Ojalá los tiempos cambien.
Dat zal niets aan de zaak veranderen.
Eso no va a cambiar nada.
Het verleden kan men slechts kennen, niet veranderen. De toekomst kan men slechts veranderen, niet kennen.
El pasado lo podemos conocer pero no cambiar. El futuro lo podemos cambiar pero no conocer.
Iedereen denkt erover om de wereld te veranderen, maar niemand denkt erover om zichzelf te veranderen.
Todos piensan en cambiar el mundo, pero nadie piensa en cambiarse a sí mismo.
In tien jaar zal onze stad sterk veranderen.
En diez años nuestro pueblo cambiará mucho.
Altijd zullen we veranderen, altijd zullen we leren.
Siempre cambiaremos, siempre aprenderemos.
De blaadjes zijn begonnen van kleur te veranderen.
Las hojas han empezado a cambiar de color.
Ik vraag me af wat hem van gedachte heeft doen veranderen.
Me pregunto qué le habrá hecho cambiar de idea.
Plotseling was ik genoodzaakt een gedrag aan te nemen dat mijn leven voorgoed zou veranderen.
De un momento a otro, fui obligado a tomar una actitud que cambiaría mi vida para siempre.