Vertaling van verblijven
Inhoud:
Nederlands
Spaans
blijven, overblijven, resten, resteren, toeven, verblijven {ww.}
quedarse
permanecer
permanecer
wij verblijven
jullie verblijven
zij verblijven
nosotros permanecemos
vosotros permanecéis
ellos/ellas permanecen
» meer vervoegingen van permanecer
Thuis blijven is saai.
Es aburrido quedarse en casa.
Het is saai om thuis te blijven.
Quedarse en casa es aburrido.
oponthoud , verblijf (mv. verblijven) {zn.}
estancia
permanencia
permanencia
Ik heb haar ontmoet tijdens mijn verblijf in Mexico.
La conocí durante mi estancia en México.