Vertaling van verbond
Inhoud:
Nederlands
Spaans
alliantie , bondgenootschap , verbond {zn.}
alianza
bond , liga, verbond, link {zn.}
lazo
cinta
cinta
wilsbeschikking , testament, uiterste wil, verbond {zn.}
testamento
Hij stierf zonder een testament opgesteld te hebben.
Él murió sin haber hecho un testamento.
verbinden {ww.}
articular
ik verbond
jij verbond
hij/zij/het verbond
yo articulé
tú articulaste
él/ella articuló
» meer vervoegingen van articular
verbinden, zwachtelen, inzwachtelen, omzwachtelen {ww.}
vendar
ik verbond
jij verbond
hij/zij/het verbond
yo vendé
tú vendaste
él/ella vendó
» meer vervoegingen van vendar
combineren, samenvoegen, verbinden {ww.}
combinar
ik verbond
jij verbond
hij/zij/het verbond
yo combiné
tú combinaste
él/ella combinó
» meer vervoegingen van combinar
aansluiten, verbinden {ww.}
comunicar
ik verbond
jij verbond
hij/zij/het verbond
yo comuniqué
tú comunicaste
él/ella comunicó
» meer vervoegingen van comunicar
aansluiten, binden, vastbinden, vastmaken, verbinden {ww.}
atar
ligar
ligar
ik verbond
jij verbond
hij/zij/het verbond
yo até
tú ataste
él/ella ató
» meer vervoegingen van atar