Vertaling van verbruiken

Inhoud:

Nederlands
Spaans
opgebruiken, opmaken, verbruiken {ww.}
acabar

wij verbruiken
jullie verbruiken
zij verbruiken

nosotros acabamos
vosotros acabáis
ellos/ellas acaban
» meer vervoegingen van acabar

consumeren, slopen, verbruiken, verorberen, verteren {ww.}
consumir

wij verbruiken
jullie verbruiken
zij verbruiken

nosotros consumimos
vosotros consumís
ellos/ellas consumen
» meer vervoegingen van consumir



Gerelateerd aan verbruiken

opgebruiken - opmaken - consumeren - slopen - verorberen - verteren