Vertaling van vereisen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
eisen, opeisen, rekenen, vereisen, vergen, voorschrijven, vorderen {ww.}
exigir
wij vereisen
jullie vereisen
zij vereisen
nosotros exigimos
vosotros exigís
ellos/ellas exigen
» meer vervoegingen van exigir