Vertaling van verkondigen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
uitbazuinen, aankondigen, verkondigen {ww.}
predecir
wij verkondigen
jullie verkondigen
zij verkondigen
nosotros predecimos
vosotros predecís
ellos/ellas predicen
» meer vervoegingen van predecir
afkondigen, proclameren, uitvaardigen, verkondigen {ww.}
proclamar
wij verkondigen
jullie verkondigen
zij verkondigen
nosotros proclamamos
vosotros proclamáis
ellos/ellas proclaman
» meer vervoegingen van proclamar