Vertaling van verleppen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
kwijnen, verdorren, verflensen, verleppen, verwelken {ww.}
mustiarse
marchitarse
marchitarse
wij verleppen
jullie verleppen
zij verleppen
nosotros mustiamos
vosotros mustiáis
ellos/ellas mustian
» meer vervoegingen van mustiarse