Vertaling van verliezen
wij verliezen
jullie verliezen
zij verliezen
nosotros absorbemos
vosotros absorbéis
ellos/ellas absorben
» meer vervoegingen van absorber
wij verliezen
jullie verliezen
zij verliezen
nosotros perdemos
vosotros perdéis
ellos/ellas pierden
» meer vervoegingen van perder
Voorbeelden in zinsverband
Je kan niet verliezen.
No puedes perder.
Ik heb niets te verliezen.
No tengo nada que perder.
Probeer gewicht te verliezen door te joggen.
Trata de perder peso trotando.
Ik wil niet het risico lopen het te verliezen.
No quiero correr el riesgo de perderlo.
Je hebt weinig te winnen en veel te verliezen.
Tienes poco que ganar y mucho que perder.
Ze probeerde op dieet te gaan om vijf kilogram te verliezen.
Ella intentó ponerse a dieta y bajar cinco kilos.
Hij die vecht, kan verliezen, maar hij die dat niet doet, heeft al verloren.
El que lucha puede perder, el que no lucha ya perdió.
"En trouwens," haastte Dima zich toe te voegen, terwijl hij zijn rekenmachientje tevoorschijn haalde en 0,99 deelde door 3.000.000, alvorens het te vermenigvuldigen met 100, "u realiseert zich toch wel dat u maar 0,0033% zou verliezen, hè?"
- Además, -Dima se aseguró de añadir, sacando su calculadora y dividiendo 0,99 entre 3.000.000 antes de multiplicar por 100- Usted se da cuenta de que sólo perdería el 0,0033%, ¿verdad?