Vertaling van verpesten
Inhoud:
Nederlands
Spaans
aansteken, besmetten, infecteren, verpesten {ww.}
infectar
wij verpesten
jullie verpesten
zij verpesten
nosotros infectamos
vosotros infectáis
ellos/ellas infectan
» meer vervoegingen van infectar
vergallen, vergeven, vergiftigen, verpesten {ww.}
acibarar
envenenar
envenenar
wij verpesten
jullie verpesten
zij verpesten
nosotros acibaramos
vosotros acibaráis
ellos/ellas acibaran
» meer vervoegingen van acibarar