Vertaling van versperren
Inhoud:
Nederlands
Spaans
afdammen, afsluiten, belemmeren, stuwen, versperren {ww.}
interceptar
privar el paso
privar el paso
wij versperren
jullie versperren
zij versperren
nosotros interceptamos
vosotros interceptáis
ellos/ellas interceptan
» meer vervoegingen van interceptar