Vertaling van verwachten

Inhoud:

Nederlands
Spaans
wachten, verwachten, te wachten staan {ww.}
esperar
aguardar

wij verwachten
jullie verwachten
zij verwachten

nosotros esperamos
vosotros esperáis
ellos/ellas esperan
» meer vervoegingen van esperar

Het werk kan wachten.
El trabajo puede esperar.
Hoe lang moet je wachten?
¿Cuánto debes esperar?
bedacht zijn op, verwachten, vooruitzien, voorzien {ww.}
esperar
prever

wij verwachten
jullie verwachten
zij verwachten

nosotros esperamos
vosotros esperáis
ellos/ellas esperan
» meer vervoegingen van esperar

Je kunt niet van me verwachten dat ik altijd overal aan denk!
¡No puedes esperar de mí que yo siempre piense en todo!


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Je kan niet alles van de scholen verwachten.

Uno no puede esperarse todo de los colegios.

Je kunt niet van me verwachten dat ik altijd overal aan denk!

¡No puedes esperar de mí que yo siempre piense en todo!


Gerelateerd aan verwachten

wachten - te wachten staan - bedacht zijn op - vooruitzien - voorzien